Franse woorden in de Nederlandse taal
Je kunt de Nederlandse taal eigenlijk het beste zien als een mengelmoes van allerlei andere talen. Zo ‘lenen’ wij namelijk woorden uit het Engels, Frans of Duits. Ook combinatie woorden zijn mogelijk. Vooral uit de Franse taal ik veel blijven hangen. Zonder dat je het weet praat je best goed Frans. Kan ook bijna niet anders aangezien het zoveel voorkomt. Zelfs in het stukje tekst dat je net gelezen hebt staat een Frans wordt.
Gebruik jij deze woorden ook wel eens?
Je zou liegen als je zou zeggen dat je de volgende woorden niet minimaal 1x hebt gebruikt deze week:
Bureau, accent, ambulance, dressoir, trottoir, douane, crèche, aubergine, gourmet, croissant, bagage, equalité.
En dit is pas het begin. Deze woorden zijn in de eeuwen opgenomen in onze eigen taal en we hebben er onbewust een eigen twist aan gegeven. Qua spelling en uitspraak zijn ze niet 100% hetzelfde als in het Nederlands, maar dus danig aangepast dat ze voldoen aan onze reguliere spelling.
De Franse tijd
Als je geschiedenis hebt gehad op de middelbare school, dan weet je wellicht dat ons land een lange tijd eigendom is geweest van Frankrijk. Zegt de naam napoleon je iets? Natuurlijk! De periode dat de Franse de baas waren in Nederland wordt ‘de Franse tijd’ genoemd. Het is wel zo dat het zuiden van Nederland al een stuk eerder te maken kreeg met Napoleon en zijn leger. In 1795 om precies te zijn. Dit duurde bijna 20 jaar, tot en met 1814, toen de Franse vertrokken. Deze periode is niet vergelijkbaar met de bezetting van de Duitsers bijvoorbeeld in de tweede wereldoorlog. Nederland werd niet veroverd maar ingelijfd. Dit betekende dat iedereen die in Nederland woonde voor een tijdje echt Frans was. Ze werden ook behandeld als echte Franse. Toen Napoleon in 1814 verslagen werd in het westen van Duitsland, besloot hij de troon op te geven en te vertrekken uit Nederland.